Alles over je fietsband

Je plezier tijdens je fietsvakantie kan behoorlijk bedorven worden door een lekke band. Met deze spoedcursus bandenplakken ben je voorbereid en weet je wat je moet doen. Zorg er wel voor dat je een banden-plaksetje en een handzaam fietspompje bij je hebt.

De Banden

Je fietsbanden worden tijdens een fietsvakantie zwaar belast. Ze staan contant onder druk en komen in aanraking met verschillende wegoppervlakken. Een fietsband slijt bovendien relatief veel sneller dan een autoband. De juiste bandenspanning helpt de levensduur verlengen, dus pomp je banden stevig op. Harde banden hebben minder rolweerstand en fietsen dus lichter. Ook raken ze minder snel lek. Iets zachtere banden fietsen een beetje zwaarder, maar strijken oneffenheden in het wegdek glad doordat ze iets inveren. Bepaal zelf wat je prettig vindt fietsen. Controleer je band ook af en toe op sneetjes in de buitenbanden, hier kunnen steentjes of splinters gaan zitten die vroeg of laar je band lek zullen prikken. Wip ze eruit met een scherp mesje.

Vervang je band als deze uitgedroogd is of wanneer er veel scheurtjes in zitten. Dat voorkomt veel fietsersleed. Scherpe voorwerpen dringen makkelijk door in verdroogd en gebarsten rubber. Let er op dat je band voldoende profiel heeft voor de nodige grip op een glad wegdek.

Spoedcursus bandenplakken

•  Zet de fiets op zijn kop, dat werkt het makkelijkst.

Let wel op dat de rem en versnellingsgrepen aan het stuur niet beschadigen.

• Laat de band helemaal leeglopen door het ventiel los te draaien. Wip de buitenband van de velg met behulp van bandenlichters. Let op dat je daarbij de binnenband niet beschadigt.
• Haal de binnenband onder de buitenband vandaan, liefst met ventiel en al (let op dat de moertjes niet zoekraken).
• Pomp de band weer zo ver op dat er wat spanning op staat. Een wat groter lek is dan meestal makkelijk (op het gehoor) te vinden. Kleine, moeilijke vindbare lekken kan je opsporen door met je bovenlip langs de band te gaan of door de band onder water te houden en op de ontsnapte luchtbelletjes te letten.
• Laat de band weer leeglopen en droog het gedeelte waar het lek zit zo nodig af. Nu is het zaak de oppervlakte rond het lek goed ruw te maken met een stukje schuurpapier (of desnoods met een steentje), anders blijft straks de plakker niet goed zitten.
• Smeer ruim solutie (rubberlijm) op en om de plaats waar de plakker komt te zitten. Laat de solutie een of twee minuten drogen. Er zijn ook plakkers in de handel die je zonder solutie kunt gebruiken. Controleer intussen de binnen en buitenkant van de buitenband op scherpe deeltjes die de binnenland opnieuw lek zouden kunnen prikken.
• Druk de plakker stevig op de band.
• Leg de binnenband weer op de velg. Dat gaat het beste als hij een klein beetje is opgepompt. Nu kan je de buitenband weer met de handen on de velg duwen. Begin bij het ventiel. Het omleggen van het laatste stukje kan soms lastig zijn, maar oefening baart kunst.
• Duw het ventiel een eindje terug in de band voordat je het moertje aandraait. Zo komt de buitenband bij het ventiel goed in de velg te liggen.
• Pomp de band zacht op.
• Draai het wiel rond en geef met de handpalm klopjes op de band. Dit is om te zorgen dat de binnenband nergens tussen de velg en buitenband geklemd zit. Controleer of de buitenband overal goed in de velg ligt.
• Pomp de band nu goed op.